Toen ik als puber een proefles deed op een middelbare school om te kijken of die school iets voor me was, was ik enorm enthousiast over het verhaal van de geschiedenisleraar. Hij nam de leerlingen mee in de tijd van de gevechten in het Colosseum in Rome. Hij vertelde zo beeldend en gedetailleerd dat het voelde alsof ik een toeschouwer uit die tijd was geworden.
Ik voelde de spanning, de sensatie, de menigte, de hitte, het gejuich maar ook de walging, de vernedering, de onmogelijke taak voor sommigen om aan hun belagers te ontsnappen. Het was wreed en bloederig. Het was leedvermaak, het was de strijd om leven en dood op het scherpst van de snede. Het was snijden of gesneden worden. Voor deze leerkracht was het gesneden koek. Hij was een kenner, een specialist op dit gebied.
Nu we deze week in Rome waren dacht ik, het Colosseum daar moet ik heen! Ik wil de ruimte in het echt ervaren. De grootsheid. De plek waar meer dan 50.000 mensen in konden. De plek waar (naar schatting in totaal) ook zo’n 300.000 tot 500.000 mensen tijdens gevechten om het leven zijn gekomen.
We liepen er op een rustig tempo doorheen, want het was heet. Enorm heet. We kwamen steeds dezelfde mensen tegen, want iedereen liep zo ongeveer hetzelfde rondje. Een vrouw voor ons maakte na elke 100 meter een selfie. (Alsof het Colosseum er elke 100 meter totaal anders uitziet.)
Sommige mensen liepen met een gids. Een van die gidsen kwamen we steeds tegen, niet omdat we hetzelfde tempo liepen, maar omdat wij steeds lange pauzes maakten om water te drinken en ‘bij te komen’ en hij ons steeds inhaalde. Het was een donkere man met een vriendelijk gezicht. Hij droeg een t-shirt en een lange broek, wat mij erg warm leek, maar daar leek hij niet zo’n last van te hebben. Hij stond er ontspannen bij, maakte grapjes en praatte honderduit. Dit was een perfecte plek voor verhalenvertellers en deze man was hier zichtbaar in z’n element.
Na het bezichtigen van het Colosseum liepen we naar het Forum Romanum en zochten we verkoeling onder een boom. Een paar minuten later stopte de gids weer voor ons. Pal in de zon. Zijn toehoorders bleven trouw naast hem staan in de brandende zon. Enthousiast ging hij verder met zijn verhaal. Een van de vrouwen had een hemdje aan. Haar borst was inmiddels knalrood. Bezwete mensen kwamen voorbij. Mensen naast ons dronken water of wapperden met een waaier, maar de gids stond er nog met zo ontspannen en energiek bij als in het begin.
Een kwartier later liepen we weer verder, terwijl de gids nog steeds met twinkelende ogen stond te vertellen. De hoofden van de luisteraars zagen er inmiddels verhit uit. Ik hoopte voor hen dat hun gids net zo boeiend kon vertellen als de leraar geschiedenis die ik ooit ontmoette, anders had ik wel heel erg met ze te doen.