Toen mijn vriend en ik gisteren aan het wandelen waren en we het over het stemmen hadden, vroeg ik aan hem of we de stempassen wel hadden ontvangen.
‘Nee, ik heb niets gezien,’ antwoordde hij.
‘Wat vreemd, ik ook niet.’
Toen we thuiskwamen zochten we alle stapeltjes post af, maar nergens konden we onze stempassen vinden. Een berichtje in de buurtapp hielp ons ook niet verder. Alle buren hadden de stempassen al zo’n vier weken geleden gekregen.
De kandidatenlijst hadden we wel ontvangen. In de uitleg stond dat als je de stempas kwijt was je uiterlijk tot vrijdag 12 maart een vervangende pas had kunnen aanvragen.
‘Het zal toch niet zo zijn dat we niet mogen stemmen!’
’s Avonds was het stemmen natuurlijk een hot item op TV. Mart Smeets vertelde over het stembureau bij hem in de buurt; ‘Het stinkt er naar oude mensen.’
Misschien hadden we de post toch over het hoofd gezien. Terwijl we de Kliko grondig inspecteerden, sprak Mark Rutte ons bemoedigend toe; ‘Maak gebruik van je democratisch recht: Ga stemmen!’ Maar helaas, ook daar waren onze stempassen niet te vinden.
Vanochtend heb ik meteen de gemeente gebeld, waar ik al snel te horen kreeg. ‘U bent te laat, u kunt nu niet meer stemmen. U kon tot vrijdag een noodpas aanvragen.’
Nee, dacht ik. Dat meen je niet! Hoe kan dan nou? Er is toch nog genoeg tijd? Administratief gezien dus niet.
We kunnen niet meer stemmen, dacht ik teleurgesteld. Geen stembureau met de geur van oude mensen. Opeens was ik erg jaloers op al die mensen die daar wel naar toe mochten. We mogen niet meer meedoen. Dat kan toch niet. Ik moet mijn stem laten horen. Ik wil mijn stem laten horen. Mijn stem doet ertoe!
Ik moest mijn frustratie in een e-mail kwijt. Waarom kan dat administratieve gedoe niet sneller? Ik stond op het punt om de mail te gaan typen. Ook al wist ik wel dat dat geen enkele zin zou hebben. Kunnen de passen echt nergens meer liggen? Heb ik overal gezocht? Opeens dacht ik aan een stapeltje post die ik inderdaad ongeveer een maand gelden ergens had neergelegd. Zouden de stempassen dan daar misschien liggen? Ik rende naar boven. En ja daar lagen ze. Ik voelde me zo blij. Alsof ik goud in handen had. Mijn eigen stem. Het recht om te spreken. Ik mag weer meedoen. YES! Ik ben er helemaal klaar voor!
Foto: Pixabay – Pali Graficas